Heuer-Leonidas een korte geschiedenis

Gepubliceerd op 1 november 2025 om 22:50

Heuer-Leonidas ontstond uit twee Zwitserse huizen die allebei al vroeg gespecialiseerd waren in het meten van korte tijdsintervallen. De oorspronkelijke firma Heuer werd in 1860 opgericht door Edouard Heuer. Hij zette het bedrijf vrijwel meteen op stopwatches en chronografen en bouwde daar een reputatie mee op; in 1867 volgde al een belangrijk patent voor een opwind- en stelsysteem met kroon (stem-winding), waardoor oudere sleutel-opwinders snel verouderden. Heuer’s zakchronografen kwamen vanaf 1882 in serieproductie en wonnen een zilveren medaille op de Wereldtentoonstelling van Parijs in 1889. In de eerste helft van de 20e eeuw groeide de distributie wereldwijd, maar de Tweede Wereldoorlog remde export sterk; stopwatches en chronografen golden als “oorlogsmaterieel”, waardoor Heuer zich noodgedwongen op de thuismarkt en daarna op herstel na de oorlog richtte.

Na de oorlog kende de vraag naar chronografen een korte boom, maar die zakte rond 1949 weer weg. Om ongebruikte capaciteit te benutten ging Heuer toen ook zelfopwindende polshorloges onder private label maken voor vooral Amerikaanse klanten, maar dat bleek geen stabiele markt. Toen Jack Heuer in 1958 het roer meer in handen kreeg, stuurde hij terug naar de kern: Heuer moest weer dé specialist worden in short-time measurement. Dat betekende minder “gewone” horloges en meer professionele sport- en industrietimers. In 1962 kocht Jack Heuer een meerderheidsbelang in het familiebedrijf, waarmee hij de strategische koers echt kon doordrukken.

Tegen het eind van de jaren vijftig barstte de productie echter uit zijn voegen. In 1959 maakte Heuer al ongeveer 24.000 juwelen-stopwatches en 1.400 polschronografen; in 1963 was dat gegroeid tot circa 44.000 stopwatches en 5.000 polschronografen. De fabriek in Bienne kon niet makkelijk uitbreiden, dus zocht Heuer een structurele oplossing. Die werd gevonden in Leonidas Watch Factory in St. Imier. Leonidas produceerde al polschronografen, juwelen-stopwatches en vooral goedkopere Roskopf/pin-lever stopwatches. Na een joint venture werd begin 1964 een volledige fusie afgerond. Productie werd verdeeld over beide locaties en het assortiment werd gestroomlijnd. Daarbij kwam een belangrijke merkpolitiek: “Heuer” ging voortaan op alle high-grade juwelen-stopwatches en polschronografen, “Leonidas” op de pin-lever/Roskopp-producten.

De stopwatch-lijnen en modellen
Binnen Heuer-Leonidas bestonden begin jaren zeventig grofweg drie stopwatchfamilies:

  1. De Heuer-lijn (juwelen-stopwatches)
    Dit waren de klassieke, nauwkeurige “jeweled-lever” stopwatches, verkrijgbaar voor metingen op 1/5, 1/10 en 1/100 seconde. Ze kwamen in zes basisconfiguraties en met heel veel speciale wijzerplaten voor specifieke beroepen en sporten. Heuer had bijvoorbeeld varianten voor parachutisten, waterskiërs, scheidsrechters, roeiers, zeilers, fotografen, tv-regisseurs, verpleegkundigen enzovoort. In totaal waren er meer dan 100 Heuer-stopwatchmodellen, vooral door die variatie aan schalen en dials.

  2. De Leonidas-lijn (pin-lever/Roskopp en massaproductie)
    Hier zat het volume. De kernmodellen waren:

  • de Leonidas pin-lever 7-jewel stopwatch, al sinds de fusie een vaste waarde;

  • de Leonidas Trackmaster (introductie 1968): een stopwatch met eenvoudige, massaal geproduceerde Roskopf-beweging in een felgekleurde kunststof kast. Dit model was bedoeld als betaalbare sporttimer en werd een enorme bestseller; de Trackmaster drukte de verkoop van de duurdere pin-lever 7-jewel-stopwatch deels weg, maar droeg wel fors aan het totaal bij.
    Leonidas had daarnaast ook andere goedkope Roskopf-stopwatches in het assortiment, maar in de case worden vooral deze twee als dragende lijnen genoemd.

  1. De Sportex-lijn
    Sportex was een apart bedrijf in Aragno dat Heuer-Leonidas in 1970 overnam. De tien Sportex-modellen leunden qua ontwerp op de traditionele Leonidas-stopwatches, maar waren net wat goedkoper. In 1971 voegden ze nog eens ongeveer 75.000 stuks toe aan de totale stopwatchverkoop van Heuer-Leonidas.

Naast stopwatches verkocht Heuer-Leonidas ook polschronografen en timing-systemen. Voor jouw focus op stopwatches is vooral relevant dat het bedrijf eind jaren zestig óók de stap zette naar elektronica. De precisiestandaard verschoof van 1/10 naar 1/100 seconde in sport, waardoor mechanische oplossingen niet altijd meer genoeg waren. Daaruit kwamen elektronische timingproducten zoals de Startomat (electro-mechanische start/stop-actuator voor 1/100-sec stopwatches), de elektronische BCD Timer (1/100-sec), en de Centigraph (timer die resultaten printte in plaats van alleen weer te geven). Rond autosport werd dat verder uitgebouwd tot het Centigraph Le Mans-systeem voor pit- en rondetijden. Dit waren geen losse hand-stopwatches meer, maar ze illustreren wel hoe Heuer-Leonidas zijn stopwatch-DNA doorontwikkelde richting complete meetoplossingen.

Plaats in de horlogegeschiedenis
De case laat mooi zien hoe Heuer-Leonidas precies op het kantelpunt van de industrie zat. Enerzijds een enorme traditie in mechanische stopwatches met talloze varianten en specialistische schalen, anderzijds de noodzaak om te moderniseren met massaproductie (Trackmaster) en elektronica (Centigraph-familie). Jack Heuer wilde het bedrijf opnieuw positioneren als wereldleider in tijdmeting voor sport en techniek, niet als “nog een horlogemaker tussen honderden anderen”. De fusie met Leonidas, de merk-scheiding tussen Heuer en Leonidas, de toevoeging van Sportex en de ontwikkeling van elektronische timers waren allemaal stappen om die specialisatie rendabel en schaalbaar te houden.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.