Hanhart is zo’n merk dat je bijna automatisch met stopwatches en robuuste chronografen associeert. En dat is niet toevallig: de hele geschiedenis van het bedrijf is eigenlijk één lange lijn van praktische precisietijdmeting, gebouwd op slimme techniek en een bijna koppige focus op betrouwbaarheid.
Het verhaal begint in 1882. Johann Adolf Hanhart, een Zwitserse horlogemaker, opent een uurwerkzaak in Diessenhofen. Twintig jaar later verhuist het bedrijf naar Schwenningen in Zuid-Duitsland, waar het industriële hart van de Duitse uurwerkproductie klopt. In datzelfde jaar wordt zijn zoon Wilhelm “Willy” Julius geboren — de man die Hanhart in de jaren erna echt op de kaart zet.
In de jaren twintig gebeurt er iets belangrijks: stopwatches waren tot dan vooral Zwitserse luxeproducten, duur en niet breed verkrijgbaar. Willy Hanhart doorbreekt dat in 1924 met wat volgens Hanhart zelf de eerste betaalbare mechanische stopwatch ter wereld is. Daarmee opent hij een markt die ineens voor sportclubs, scholen en industrie bereikbaar wordt. Dat succes vormt de basis voor nieuwe technische sprongen: dubbelwijzer-stopwatches (voor tussen- en eindtijden) en later supersnel-schwingende modellen met extreem hoge frequentie, waarmee meten op honderdste seconden mogelijk wordt.
De jaren dertig zijn voor Hanhart een periode van verbreding. Naast stopwatches komen er zak- en polshorloges bij, en de mechaniek wordt complexer. In 1934 opent Hanhart een tweede productielocatie in Gütenbach in het Zwarte Woud — nog steeds het huidige thuis van het merk. En dan, in 1938, verschijnt de eerste Hanhart-chronograaf in serieproductie: de eenknops “Kaliber 40”. Het lijkt een detail, maar dit is het begin van Hanharts legendarische status in luchtvaart en professioneel gebruik. Kort daarna volgen bekende pilotenchronografen zoals Kaliber 41 en de TachyTele, met hun focus op afleesbaarheid en precisie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog dragen piloten en marineofficieren Hanhart-chronografen. Dat onderstreept hun reputatie als gereedschap, niet als sieraden. Na 1945 wordt de fabriek echter stilgelegd en deels gedemonteerd. Willy Hanhart bouwt na de oorlog opnieuw op, soms letterlijk met machines die hij terugkoopt door horloges te ruilen. In 1949 start de chronograafproductie weer.
De jaren vijftig zijn daarna de echte bloeiperiode. Hanhart draait op volle toeren en specialiseert zich steeds nadrukkelijker in mechanische stopwatches, terwijl het parallel ook andere tijdschakelaars en uurwerken ontwikkelt. Het merk groeit uit tot marktleider en één van de grootste producenten van mechanische stopwatches. Dat zie je ook aan de culturele voetafdruk: in Duitsland is er in de jaren zestig nauwelijks een school of sportvereniging zónder Hanhart-stopwatch in de kast. In 1962 komt de “Amigo”, een goedkope maar precieze stopwatch met kunststof kast; praktisch, onverwoestbaar en nog altijd een herkenbaar Hanhart-type.
Dan slaat in de jaren zeventig de quartz-golf toe. In 1972 breekt de kwartsrevolutie definitief door. Hanhart reageert niet defensief maar ondernemend: het richt een eigen kunststofspuiterij op en ontwikkelt een quartz-uurwerk dat op enorme schaal verkocht wordt, ook aan andere merken en bedrijven. De productlijn van mechanische én elektronische stopwatches wordt in deze tijd voortdurend uitgebreid.
De jaren tachtig brengen zware concurrentie vanuit Azië en dus prijsdruk. Hanhart antwoordt met een nieuw betaalbaar kaliber (3305), dat begin jaren tachtig in productie gaat en uiteindelijk in de tientallen miljoenen loopt. In 1983 neemt schoonzoon Klaus Eble de leiding over; het merk blijft zo in familiehanden en houdt koers.
Vanaf de jaren negentig keert de waardering voor klassiek vakmanschap terug. Hanhart grijpt op zijn eigen geschiedenis terug en herintroduceert in 1997 een zorgvuldig gemaakte replica van de fliegerchronografen uit 1939. Die gelimiteerde serie is snel uitverkocht en zet de toon voor wat later de PIONEER-collectie wordt. In de jaren 2000 volgen jubileumstukken en nieuwe instrumenten voor rally- en oldtimerwereld, zoals de Tachymaster. En in 2009 presenteert Hanhart de PRIMUS-lijn: modern design, maar nog steeds met die kernwaarden van precisie en betrouwbaarheid.
In de jaren 2010 bouwt Hanhart verder op die dubbelrol: aan de ene kant Europa’s grote naam in stopwatches, aan de andere kant een chronograafmerk dat zijn historische vormtaal — denk aan de rode drukker sinds 1939 — koppelt aan moderne techniek. Het museum en de showroom in Gütenbach laten dat mooi zien: geen nostalgie om de nostalgie, maar als bewijs dat het merk nog steeds leeft in dezelfde werkplaats waar het ooit groot werd.
Als je Hanhart vandaag samenvat, dan is het geen merk dat “terugkijkt”, maar een merk dat zijn verleden gebruikt als gereedschapskist. Van de eerste betaalbare stopwatch in 1924 tot moderne mechanische chronografen: steeds hetzelfde idee. Tijd meten moet helder, snel en betrouwbaar zijn. De rest is bijzaak.
Reactie plaatsen
Reacties